Oosterse emancipatie
Pieter Feith, directeur bij Heineken, noteerde in de jaren 1949-1950 zijn persoonlijke observaties over het snel veranderende Indonesië en Singapore.
Pieter Feith, directeur bij Heineken, noteerde in de jaren 1949-1950 zijn persoonlijke observaties over het snel veranderende Indonesië en Singapore.
H.P. Berlage reisde in 1923 naar Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Tijdens zijn reis kreeg de Amsterdamse architect veel bewondering voor de Indische cultuur, zo schrijf ik deze maand in Het Parool. Maar in een brief voor de krant Het Vaderland mopperde hij ook over de moderne, westerse invloeden die hij onderweg tegenkwam. En over de groeiende toeristenindustrie en de hordes Amerikanen. Zijn klacht klinkt eigenlijk heel modern. Amerikanen Allerlei reisbureaus maakten reclame voor Indië als “toeristland”. Ze probeerden de reiziger te verleiden tot een “trip through Sumatra”. Dat was een route van Medan langs het Tobameer naar Padang, of andersom. Het doel was vooral, zo vermoedde Berlage, “elk jaar een paar maal eenige honderden Amerikanen collectief op die ‘bevoorrechte’ streken los te laten”. Op Java gebeurde dat al volop. En het (toen) door westerse invloeden nog ongeschonden Bali zou zeker op het lijstje staan voor een volgend bezoek. Zo’n “vreedzame penetratie” was alleen met de auto mogelijk, schreef Berlage, “omdat ook voor den toerist time money is”. Bovendien was het natuurlijk niet de bedoeling van …